Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen

Nota van wijziging wetsvoorstel Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen

Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen in behandeling. De staatssecretaris van Financiën heeft een nota van wijziging bij dit wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd. De nota van wijziging bevat een aantal inhoudelijke wijzigingen en een aantal redactionele aanpassingen.

In het wetsvoorstel is voorgesteld om ex-partners van een gedupeerde aanvrager van kinderopvangtoeslag een forfaitaire compensatie van € 10.000 te geven. Het is mogelijk dat iemand in relatie tot meerdere aanvragers van kinderopvangtoeslag kwalificeert als ex-partner. Door een aanpassing in de regeling moet worden voorkomen dat iemand meerdere keren de compensatie van € 10.000 kan ontvangen.

Op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen komt ook de partner van een aanvrager van kinderopvangtoeslag in aanmerking voor kwijtschelding van bepaalde toeslagschulden en daarmee samenhangende bedragen. In de formulering van de peildatum is geen rekening gehouden met de situatie waarin sprake is van een tweede aanvrager die een partner of ex-partner heeft en een bedrag ontvangt van € 10.000 omdat diegene geen partner meer is van de eerste aanvrager op het moment van toekenning van het forfaitaire bedrag van € 30.000 aan de eerste aanvrager. Voorgesteld wordt deze omissie te herstellen.

In de nota van wijziging wordt een grondslag voorgesteld voor gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de inspecteur of de ontvanger.

In de aanbiedingsbrief bij het wetsvoorstel is aangegeven dat de beslistermijnen kritisch worden bezien. Dit naar aanleiding van het advies van de Raad van State en een uitspraak van de rechtbank Midden Nederland. Het onderzoek naar haalbare beslistermijnen op aanvragen en bezwaarschriften is nog niet afgerond. Eventuele aanpassingen in beslistermijnen zullen in een aanvullend wetsvoorstel worden opgenomen.

Bron:Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2023-0000122281 | 23-05-2023